DE GOULDAMADINE

Wildbouw Gouldamadines ???

Zoals al beschreven is in het stuk de volière van Theo Nijenkamp elders op deze site, kweekt Theo al ruim 27 jaar Australische gouldamadines. Aanvankelijk met tientallen koppels en na een korte stop, vanwege persoonlijke omstandigheden, nu met rond de 15 koppels. Je kunt dus zeggen dat Theo veel ervaring heeft met de kweek van deze prachtige tropische vogels.

Theo gebruikt al jaren dezelfde soort nestkasten en de goulds waren hier prima mee in hun sas. Tot dit broedseizoen ! Twee koppels goulds vonden het aangeboden nestkastje niet goed genoeg. Opvallend genoeg zijn deze twee koppels boven elkaar in twee aan een zijde van de kweekruimte aanwezige broedkooien gehuisvest. De vogels zijn gezond en kwiek en blijken na observatie de nestkasten ook wel te inspecteren. Maar een nest hierin bouwen, ho maar !!!

Beide koppels kiezen ervoor om hun nest in de nestlade op de grond te bouwen. Het ene koppel heeft schijnbaar de opleiding architectuur gehad, de andere zit nog in opleiding hiervoor. Het bovenste koppel maakt een pracht van een rond nest, met een heus invlieggat en het andere koppel fabriceert alleen een kommetje. Beide koppels willen ogenschijnlijk hun eieren hierin kwijt.

Nadat de nesten worden verwijdert, beginnen beide koppels opnieuw met nestbouw en ……..U raad het al, opnieuw op de grond. Ook de tweede verwijdering van het nest heeft geen resultaat. Er zijn snel weer nieuwe nesten, ook weer op de grond en voordat Theo het in de gaten heeft ligt er ook al een ei. Beide vogels hebben het schijnbaar goed naar de zin in deze nesten, want ze gaan ook tot broeden over.

Vreemd ?? Een pracht nestkast en er toch geen genoegen meenemen, maar tussen de rommel op de grond een nieuw nest maken. Ach, is het wel zo vreemd ? Ook bij de mensen komt dit voor. Zwervers hoeven niet te zwerven, want ze kunnen zo in een huis. Ze willen dat niet, want dan heb je geen vrijheid. Zou het met deze koppels gouldamadines ook zo zijn ????

Wie heeft die ervaring ook ??? Reageer via onze site.

Albert Zomer

(voorzitter De Goudvink)

 

 

Ingezonden stuk n.a.v. dit artikel

Door: Rogier Groenestein

Naar aanleiding van het verhaal dat ook geplaatst is in “Onze Vogels” mei 2008 wil ik graag een reactie geven.

We kennen allemaal de mutaties van verschillende soorten. Dit zijn vogels in andere kleuren en vormen die er anders uit zien dan de wildvorm. Het ontstaan van mutaties is een in de natuur voorkomend verschijnsel wat eigenlijk heel normaal is. Jongen van bepaalde ouders zijn altijd net even iets anders dan hun ouders zelf. De natuur is immers altijd op zoek naar perfectie.
De natuur selecteert dieren uit om te kijken of deze kunnen overleven. Dit heet: “survival of the fittest”. Bijvoorbeeld een witte spreeuw in een vlok valt zo erg op dat roofvogels zich makkelijk kunnen focussen op deze vogel. Deze vogel valt te prooi en verdwijnt. Zijn uiterlijke genen worden niet doorgegeven. Maar zijn zwarte broers en zussen dragen ook deze genen. Deze mutatie verdwijnt genetisch op de achtergrond om het op een later moment nogmaals te proberen.
Koolwitjes (witte vlinders) in Engeland kwamen in een bepaald vuil industriegebied voor. Hierin vlogen wat zwarte mutanten die minder opvielen voor vogels. Deze wisten zo goed te overleven dat de witte op den duur verdwenen en de zwarte overbleven. Dit is dus een geslaagde mutatie.

We kunnen ook stellen dat het muteren van organisme het begin is van evolutie. Als een mutatie slaagt dan kan deze zich ontwikkelen tot een op zich zelf staande ondersoort. Deze ondersoort kan zich afscheiden van de hoofdsoort door een minimaal verschil. Maar door de jaren heen kan dit minimale verschil zo groot worden dat het uiterlijk opvallend afwijkend is tov de oorspronkelijke soort. Door duizenden jaren muteren kan het zelfs zo zijn dat er een geheel nieuwe soort is ontstaan die verre lijkt op het oude.

Wat heeft bovenstaand verhaal nu te maken met de nestbouw van de Gouldamadines van Theo Nijenkamp?

Bij mutaties denken wij altijd aan uiterlijke kenmerken als kleur, kuifjes, bevedering en zo meer. Maar bij mutaties denken wij nooit aan gedrag. Een soort kan ook in gedrag veranderen om te kijken of dit in de natuur werkt. Mogelijk is het bouwen van nesten op de grond voor Gouldamadines in de natuur niet vatbaar voor overleven. Deze nesten vallen te prooi aan roofdieren en dit gedrag verdwijnt. In de kweekkooien zijn geen roofdieren, dus dit gedrag kan zich ontwikkelen tot een specifieke aftakking van de Gouldamadine. Zo zijn bv Kakapo´s (papegaai) uit Nieuw Zeeland ontwikkeld tot een niet vliegende grondbewoner die nestelt in holen.
Ik heb eens eerder gezien dat een rotsparkiet zijn nest groef onder de grond i.p.v. in de wand. En deze brachten daar diverse jongen groot.
Maar zo zijn er nog veel meer mutaties waarvan wij niet beseffen dat het mutaties zijn. Denk aan het veranderen van voedselopname, het winterhard worden van een soort en het zingen van andere liederen. Maar ook inwendig kunnen dieren veranderen. Dieren die een grotere longinhoud krijgen kunnen makkelijker overleven in ijlere lucht.
Als de natuur veranderd dan veranderen diersoort vaak mee. Dit is evolutie.

Ik denk dat mijn theorie een mogelijke verklaring kan zijn voor de nestbouw van de Gouldamadines. Maar zeker weten doe ik het niet.