DE MIDDEL BEO
Ik ben al lange tijd een liefhebber van zachtsnavelige vogels.
Al een aantal jaren heb ik diverse soorten in en rond mijn huis. Na bezoek van
de voorzitter van "De Goudvink" (Albert), die "gewoon" eens kwam kijken, op
aandringen van mijn ouders, ben ik lid geworden van deze vereniging. Van hem
begreep ik al dat ik een bijzondere collectie vogels hield. Ik ben een echte
liefhebber en kan intens genieten van mijn vogels, hun verzorging en de omgang
met de diverse soorten.
Ik bezit o.a. tapuiten, bladvogels, baardvogels, shamalijsters,
toekans, toerako’s, witkuifgaailijsters en Oropendola’s (wat trouwens hangend
nest betekend). De hokken en volières heb ik zelf gemaakt, hoofdzakelijk van
metaal framewerk en uiteraard gaas. Toen Albert bij mij was, was ik tevens in
bezit van een grote beo. Een mooie vogel die behoort tot de categorie
spreeuwachtige en voorkomend in Ceylon, de Himalaya, Borneo, Java en op de
Filippijnen. De beo is in staat, net zoals de papegaai, een mens in klank na te
bootsen. Ik vertelde Albert dat ik
binnenkort een partner voor de in mijn bezit zijnde beo zou kopen. Eind december
2006/begin januari 2007 ben ik inderdaad naar het westen van Nederland gereden
en kon daar beo’s kopen. Ik kwam terug met een koppel, echter niet met één grote
beo, maar met een koppel middelste beo’s. Deze zijn 26 tot
Ik voer mijn vogels rijkelijk en dat is te merken, daar de meeste vogels mij praktisch uit de hand eten. Mijn Beo’s krijgen in ieder geval wasmotten, meelwormen, fruit, universeelvoer, sprinkhanen en tomaat. Een aantal weken geleden heb ik wat snoeihout, kort en fijn geknipt tot handzame takjes, onder in de kooi gegooid bij de Beo’s. Van enige activiteiten heb ik niets gemerkt, tot afgelopen week (12 t/m 17 maart 2007). Ik bemerkte dat mijn koppel middelste beo’s (ongeveer 3 maand geleden gekocht) ontzettend veel voer wegwerkten en dit naar het nestblok brachten. Ik bemerkte een zacht gepiep. Ondanks het feit dat ik heel nieuwsgierig was, durfde ik de nestkast niet te openen om deze te inspecteren. Ik was bang, indien hier jongen in zaten, dat ik de boel zou verstoren en eventuele jongen dood zouden gaan.
Op zaterdag 17 maart 2007 belde ik Albert en legde hem de
situatie uit. Ik had daarnaast nog een probleem, ik had namelijk geen ringen.
Albert beloofde mij dat e.e.a. goed zou komen en 's middags stond hij op de
stoep, met een streng ringen van
Op naar het vogelhok. Allebei zenuwachtig. Toen de nestkast
open ging lagen er twee prachtige jonge en goed gevoerde beo’s op het slordig
gemaakte nest. Volgens Albert al enkele dagen oud. Voordat hij de jonge beo’s
oppakte, eerst de handen door een bak met marconiwormen, zodat er geen vreemde
en onbekende lucht op de vogels zou komen. Albert kreeg de ring er bij de
kleinste van de twee jongen na enige moeite omheen. Bij de grootste (misschien
wel de oudste) ging het wat moeilijker, echter ook daar werd de ring zonder
beschadigingen aan de poot aangebracht. De jongen zagen er mooi roze
vleeskleurig uit, met goed vet op het achterlichaam. Bij het oppakken werd een
pakketje ontlasting, mooi in een vliesje, gedropt. De jongen werden netjes
teruggelegd in de nestkast, de nestkast weer opgehangen en vervolgens de schuif
naar de buitenvlucht weer geopend. Al snel kwamen de beo’s weer naar binnen en
werd er weer gevoerd. Op zondagmorgen 18 maart heb ik natuurlijk eerst
gecontroleerd of er geen jonge beo op de grond lag, gelukkig zijn de ouders nog
even fanatiek aan het voeren.
Volgens Albert had het ringen ook geen dag later moeten
gebeuren, anders had het niet meer gekund. De vogels zijn geringd met
Uiteraard krijgen de vogels nu wat extra wasmotten, marconiwormen, meelwormen, fruit, etc. Ik bestrooi de meelwormen met AVES meelwormen groeipoeder. Dit poeder zorgt dat de meelwormen vol proteïne en eiwitten komen te zitten en dat het niet alleen een leeg meelwormomhulsel is.
Met dank aan de leden van "De Goudvink"
Wicher Smit