De bouw van een volière of vogelhok

Volières en vogelhokken zijn er in allerlei maten en soorten. Ze zijn kant-en-klaar te koop of voor een handige doe-het-zelver eenvoudig te maken. Waar gaat het nu om bij de keuze van uw volière of vogelhok. Uiteraard allereerst de ruimte die U hebt in uw tuin, schuur, garage of op zolder. Daarnaast bepaald het type vogel meestal de maten van uw volière of liever gezegd, de volière moet tevens de soort vogel gaan bepalen.

Het zou niet goed zijn om grote vogels, zoals papegaaien in een klein hokje te plaatsen of sommige kromsnavels in een hokje gemaakt met behulp van grenen balkjes. De 1e vogels zullen zich nooit op hun gemak voelen en de 2e categorie zal de balkjes al snel door hebben geknaagd.

Voordat een volière of vogelhok in de tuin wordt gemaakt, is het verstandig te informeren bij de afdeling ruimtelijke ordening van uw gemeente, wat wel en niet mag. Al een aantal jaren is het beleid m.b.t. aan- of bijbouw enigszins versoepelt en is een meldplicht voldoende. Om toch niet voor verrassingen te komen staan, is informatie inwinnen vooraf altijd het beste. Als dan uiteindelijk de toestemming er is of U de juiste informatie hebt, kan de bouw beginnen.

Voor aanvang van de bouw moet rekening gehouden worden met een aantal zaken en moet U zich afvragen of U een compleet dicht hok wilt of een nachthok met daaraan vast een volière, waarin de vogels buiten kunnen vliegen. Moet deze volière dan beplant worden of wilt U een dichte bodem, met daarop alleen zand ? Wel belangrijk, want beplanting heeft een goede groeibodem nodig. Als U besluit tot het laatste zijn een aantal tips misschien wel welkom. Zorg dat ongedierte niet in uw hok kan komen door de bodem. U kunt hier als preventieve maatregel ongeveer 50 cm onder het maaiveld dubbeltjesgaas leggen, zodat muizen zich niet via de grond toegang kunnen verschaffen in het hok.

Naast het feit dat vogels graag een buitje regen over het hoofd krijgen, is het goed om ook een gedeelte van de volière af te schermen (van bovenaf) middels golfplaten, zodat ze ook droog kunnen zitten. Een nachthok spreekt eigenlijk voor zich, daar de vogels in een koudeperiode dan beschutting kunnen zoeken. In het nachthok kunt U de voerbakken en drinkbakken dan ophangen. Als U dat besluit, hang e.e.a. dan aan een ketting en niet aan een touw. Vogels pluizen het touw uit elkaar en de bakken liggen op de grond. Een voerbak op de grond trekt natuurlijk ongedierte aan, maar zet U het op een paal, met een glad plankje erop, dan moet een muis al heel wat acrobatische toeren uithalen om in de voerbak te komen.

Belangrijk is in ieder geval dat U zo, van buiten de volière, bij de voer- en waterbakken kunt komen. Als U hier elke keer halsbrekende capriolen voor moet uithalen, dan is het plezier er snel van af.

Als beplanting zijn de meeste conifeersoorten geschikt, ook laurier, buxus en de vlierbes zijn geschikte planten in een volière. Een tuinier kan U op weg helpen hiermee, omdat giftige planten en struiken uw hobby snel wreed zullen verstoren. Voor papegaaiachtigen is het niet verstandig om struiken en bomen te planten of U moet houden van kaal gepeuzelde takken. Voor die categorie vogels is een aantal takken of stokken her en der genoeg.

Voor welke vogel U ook kiest, het is altijd verstandig om eerst te kijken in welk biotoop de vogels leeft. Zo zullen Europese cultuurvogels, zoals de sijs, putter, vink, groenling, etc., blij zijn met struiken en bomen in hun hok. Ook tropische vogeltjes zullen het een genot vinden om door de takken van de bomen en coniferen te vliegen en scharrelen.    

De grasparkieten en overige kromsnavels kunt U het beste houden in een zo minimaal mogelijk beplante volière. Stokken en takken doen het altijd goed en hierdoor heen wordt dan driftig heen en weer geklauterd.

Als natuurlijke stofzuiger kunt U kwartels op de grond laten lopen. Ook hierin is het belangrijk om te weten welke kwartels grondvogels zijn en welke ’s avonds de stok opzoeken, zoals bijv. de Californische kuifkwartel. Als je kwartels laat rondlopen is het misschien handig te weten, dat de kuikentjes zo door het gaas van de volière naar buiten kunnen lopen. Een rand van ongeveer 20 tot 30 cm helpt hierbij en zorgt dat de kwarteltjes niet naar buiten lopen. Een prachtig gezicht trouwens, die kleine donzige balletjes.

In de volière, buiten, mag natuurlijk een deurtje niet ontbreken. Het is verstandig dit deurtje zo te maken dat U moet bukken bij het in de volière stappen. Een vogel probeert altijd over U heen te vliegen en door de deur laag te houden voorkomt U dat een vogel ontsnapt. Wilt U dit risico helemaal vermijden, dan is een sluis het beste.

Staat de volière eenmaal, dan is het belangrijk dat U eerst schildert en daarna de vogels in de volière plaatst, anders hebt U kans dat een aantal vogels sterft door de verflucht. Het is belangrijk dat U zorgt dat snelgroeiende struiken en bomen gesnoeid worden in de volière, zodra de takken dor het gaas groeien en het gaas daardoor kapot gaat, hebt U kans vogels kwijt te raken. Dat geldt trouwens ook voor aanvallen van roofvogels. Het is niet onverstandig om het dak, van de buitenvlucht, te voorzien van dubbel gaas (5 tot 10 cm tussenruimte). Dit voorkomt het slaan van onze vogels door katten of roofvogels. Ook een zwakstroominstallatie kan hierin uitkomst bieden.

Veel succes met de bouw van uw vogelverblijf en heeft U vragen, contact opnemen met ons is mogelijk of waar dan ook bij een plaatselijke afdeling.