VREDESMISSIE
Hebben vogels ook gevoel of respect?
Op
13 april 2007 ben ik voor mijn werk voor een half jaar naar Sarajevo (Bosnië)
vertrokken, om aldaar deel te gaan uitmaken van de EUFOR-vredesmissie. In dit
deel van voormalig Joegoslavië is nu een gereduceerde vredesmacht aanwezig,
waarvan ook Nederland met zo’n 90 mannen en vrouwen deel uitmaakt. In de eerste
plaats is onze aanwezigheid bedoeld om de vrede te handhaven en de bevolking
zowel politiek, als economisch de helpende hand te bieden. Degenen onder u die
ooit dit land hebben bezocht, weten dat dit land fantastisch is. Het heeft een
cultuur met historische achtergronden, een geweldig landschap en een gastvrije
bevolking. Hoe raar kan het dan lopen dat verschillende etniciteiten elkaar in
de haren vliegen en er voor zorgen dat een prachtig land vernield en instabiel
wordt. Al in 1992 maakte ik als militair politieman deel uit van een United
Nations vredesmissie in voormalig Joegoslavië en mocht ik, helaas, de oorlog en
al haar gevolgen aan den lijve ondervinden. Vijftien jaar na dato ben ik weer
terug in Bosnië en Herzegovina en geplaatst in Sarajevo, de plaats die ik
destijds met mijn toenmalige collega’s gedwongen heb moeten verlaten.
Nog steeds zijn na al die jaren de gevolgen van de oorlog
zichtbaar. Gelukkig is er behalve de vele vernielde gebouwen en infrastructuur,
ook wat zichtbaar aan vernieuwingen. Enkele hotels zijn bijgebouwd, andere
opgeknapt en aan de infrastructuur in Sarajevo wordt hard gewerkt.
De mensen zijn aardig en blij met EUFOR. De organisatie zorgt voor
stabilisatie, bescherming en werk. Achter de mooie gebouwen zijn vaak de oude
vernielde gebouwen terug te vinden, die er nog staan uit de oorlogstijd. Als je
door Sarajevo loopt, een stad met historie en cultuur, zie je dat het normale
leven weer op gang is gekomen. Er wordt gewerkt, voor zover er werk is,
getrouwd, gefeest en gespeeld. Mooi om dat te zien. Als je naar Bosnië wordt
gestuurd voor de duur van een half jaar, moet je ook oog hebben voor de mooie
dingen in het land. Uiteraard speelt hierbij mijn, maar ook uw aller hobby een
rol. In dit mooie land zijn veel vogels te vinden, zeer zeker voor een
vogelliefhebber. Op het militaire kamp waar ik voor de duur van een half jaar
gelegerd ben, vliegen diverse vogels rond, hieronder veel boerenzwaluwen,
putters, barmsijzen, Europese kanaries, bonte kraaien, roodborstjes, gele
kikstaarten en leeuweriken. Inmiddels ben ik, hoewel in mindere mate, ook de
gewone sijs, de goudvink en een koppel bosuilen met drie uilskuikens
tegengekomen. Van de meeste soorten probeer je natuurlijk een foto te maken en
dan uiteraard in hun natuurlijke omgeving. Vaak is het dan zo dat je voor niets
wacht. Het is mij ettelijke malen overkomen dat een vogel dicht bij mij zat,
maar ik op dat moment geen camera bij mij had. Balen dus !!!!!
Ik heb enorm respect voor de natuurfotografen, die eindeloos
wachten op het ultieme shot. De boerenzwaluwen zijn, volgens mij, net zo blij
met de legeringsgebouwen als wij zelf. Hoog tegen het dak, net onder de dakrand,
metselen zij kunstig hun nest en uit sommige nesten is een levendig concert te
horen. Mooi om deze vogels te bekijken en de voortgang in de bouw van hun
huisjes te zien. Als de inwoners van Bosnië net zoveel activiteiten ontplooiden
als deze vogels bij het bouwen van hun nest, was alles in Bosnië zo weer
herbouwd. Vlak bij de hoofdpoort van het NATO hoofdkwartier had een koppel
bosuilen in een naaldboom een nest gebouwd, op ongeveer
Tijdens
mijn verblijf alhier worden er in de weekenden, meestal op zondag uitstapjes
gemaakt. je doet dat dan vaak met iemand die je goed ligt en die tevens
geïnteresseerd is in het bekijken van de omgeving en niet constant over het werk
praat. In dit geval trek ik op met een marineman. Vaak zijn het lange ritten met
onze terreinwagen door gebieden van diverse aard. Zo komen we door bergachtig
gebied, diepe dalen, hoogvlaktes, maar ook mooie vlakke grasvelden. Voormalig
Joegoslavië is erg mooi. Jammer dat dit, eigenlijk zo dicht bij huis, niet zo
behandeld wordt door de bevolking. Rommel wordt zo het ravijn in gekiept,
autowrakken liggen langs de weg, de wegen zijn niet altijd even betrouwbaar,
maar als je daar doorheen kijkt, zie je de schoonheid van het land. Ook de
oorlog heeft natuurlijk veel met het landen de bevolking gedaan. In de eerste
plaats natuurlijk de vele vernielde huizen, hele dorpen, zelfs steden liggen in
puin. Mensen verjaagd vanwege hun etniciteit, hun huizen vernield en verlaten.
Het land nodigt uit om te gaan wandelen, maar dat is af te raden. In dit land is
zo ontzettend veel aan oorlogstuig gelegd, gedropt of achtergelaten, dat het te
gevaarlijk is vrijelijk rond te lopen door de bergen, bossen of zomaar over de
grasvelden. Enkele teams zijn bezig het land te zuiveren van dit
oorlogsmateriaal, maar in het tempo van nu, de hoeveelheid mensen waarmee het
gebeurt en de hoeveelheid die er ligt, duurt het nog 75 jaar, voordat alles
geruimd is.
Op een van de ritten komen we bij de hoogvlakte van Kupres, een gebied waar hevig gevochten is tussen Kroaten, Serven en Moslims. We treffen een dorp aan, geheel verwoest. Witte huizen die vernield zijn. Granaten hebben de daken eraf geblazen, aan de bovenkant van de ramen zijn de muren zwartgeblakerd door het vuur wat blijkbaar heeft gebrand in de huizen. In dit dorp staat een heel nieuw gebouw en dat is een kerk, opgebouwd na de oorlog om te laten zien tot welke etniciteit dit dorp behoort. De herbouw van kerken en moskeeën gaat hier in een rap tempo. Betaalt en gebouwd door allerlei donoren uit meestal Arabische landen. De bevolking wordt niet gevraagd of ze meer belang hebben bij een goed functionerend wegennet of infrastructuur. Een moskee of kerk, daar moeten ze het mee doen en meestal mogen ze die gebouwen nog niet in ook. De bevolking accepteert het en voor de donoren geldt het principe “Showing the flag”. Even voorbij dit dorp zien we een kerkhof, liggend langs een hoogvlakte. Duidelijk zijn de loopgraven en de tankstellingen op dit voormalig slagveld te zien. Benaderen is onmogelijk, maar we stappen wel uit de auto om wat foto’s te maken. Onmiddellijk valt de stilte op die hier heerst. Geen wind, geen auto’s, geen geluid, maar wat me nog meer verbaast, is het feit dat er geen enkel geluid te horen is van vogels. Een oorzaak van dit alles kunnen we niet ontdekken. Overal waar je in voormalig Joegoslavië bent, zingen de vogels het hoogste lied, maar hier niet. Totale stilte, ook bij mij en mijn collega’, uit respect, verbazing en trieste gevoelens. Bij mij rijst de vraag dan ook: Zouden vogels ook gevoel of respect hebben en zou dat de reden zijn dat je ze hier niet hoort ??????
Op
het moment dat ik dit stuk schrijf, zit ik alweer drie maanden in Bosnië. De
tijd gaat snel, de temperaturen zijn enorm hoog en er waait een warme föhnwind.
Buiten is het niet uit te houden. Afgelopen zondag heb ik uiteindelijk een
vogelliefhebber gevonden in Sarajevo en hem bezocht. Een verslag van dit bezoek
zal ik proberen in het volgende nummer van “Onze Vogels” te krijgen. Een
exemplaar van “Onze Vogels” is in ieder geval achtergebleven bij een
geïnteresseerde vogelliefhebber en wel in Sarajevo (Bosnië en Herzegovina).